Overbelastingsbeveiliging; Gebruiksvoorschriften; In Koude Staat - Stihl MSE 170 C Gebrauchsanleitung

Nederlands

20 Overbelastingsbeveiliging

De overbelastingsbeveiliging onderbreekt de
stroomtoevoer bij mechanische overbelasting,
bijv. door
– Te hoge aanzetdruk
– "Wurgen" van het toerental
– Vastklemmen van de zaagketting in de zaag‐
snede
Als de overbelastingsbeveiliging de stroomtoe‐
voer heeft onderbroken:
► Zaagblad uit de zaagsnede trekken
► Zo nodig de kettingrem lossen, zie "Ketting‐
rem"
20.1 MSE 170 C, MSE 190 C,
MSE 210 C
► Wachten tot de overbelastingsschakelaar is
afgekoeld
1
► Resetknop (1) tot aan de aanslag indrukken –
als de motor bij het inschakelen niet aanloopt,
is de overbelastingsschakelaar nog niet vol‐
doende afgekoeld – nog even wachten,
daarna de resetknop opnieuw tot aan de aan‐
slag indrukken
Nadat de motor weer is aangelopen:
► De motor ca. 15 seconden zonder belasting
laten draaien – hierdoor wordt de motor afge‐
koeld en wordt het opnieuw aanspreken van
de overbelastingsschakelaar duidelijk ver‐
traagd
20.2 MSE 230 C
De MSE 230 C is uitgerust met een elektroni‐
sche overbelastingsbeveiliging voor de meting
van de motortemperatuur en de stroomafname.
26
20 Overbelastingsbeveiliging
► Als het controlelampje (1) bij overbelasting
langer dan 2 seconden brandt, wordt de
stroomtoevoer onderbroken en wordt het
apparaat automatisch uitgeschakeld – scha‐
kelhendel loslaten en vervolgens het apparaat
opnieuw inschakelen
► Als het apparaat opnieuw met een geredu‐
ceerd toerental aanloopt, is het apparaat over‐
verhit en zal na ca. 10 seconden automatisch
uitschakelen – schakelhendel loslaten, appa‐
raat ca. een minuut laten afkoelen, vervolgens
het apparaat opnieuw inschakelen. Als het
apparaat opnieuw met een gereduceerd toe‐
rental aanloopt is het apparaat niet voldoende
afgekoeld – het apparaat zolang laten afkoe‐
len tot het apparaat bij het inschakelen niet
meer met gereduceerd toerental aanloopt
Het controlelampje brandt alleen zolang de scha‐
kelhendel wordt ingedrukt.
Het controlelampje gaat ter controle van de
werking telkens bij het inschakelen van de motor
even knipperen.

21 Gebruiksvoorschriften

21.1 Tijdens de werkzaamheden
► Oliepeil in de kettingolietank controleren
► Kettingolie uiterlijk bijvullen als de "min"-mar‐
kering is bereikt – zie "Kettingolie bijvullen"
21.1.1 Kettingspanning regelmatig controle‐
ren
Een nieuwe zaagketting moet vaker worden
nagespannen dan een die reeds langer mee‐
draait.
21.1.2

In koude staat

De zaagketting moet tegen de onderzijde van
het zaagblad liggen, maar moet met de hand
nog over het zaagblad kunnen worden getrok‐
ken. Indien nodig, de zaagketting spannen – zie
hoofdstuk "Zaagketting spannen".
1
0458-756-7621-B