Het scherm instellen
— Scherm instellen
Met "SCREEN SETUP" kunt u de instelling voor
de aangesloten monitor wijzigen.
Selecteer
(SCREEN SETUP) in het
instelmenu en selecteer de gewenste instelling.
Zie "Instelmenu gebruiken" op pagina 29 voor
meer informatie over de instelprocedures.
De instellingen die worden aangegeven met "*"
in de volgende tabellen, zijn de
standaardinstellingen.
MONITOR TYPE
Hiermee selecteert u de hoogte-/
breedteverhouding voor de aangesloten monitor
(4:3 of breedbeeld).
16:9*
Geeft een breed beeld weer.
Selecteer deze instelling wanneer
u een breedbeeldmonitor of een
monitor met breedbeeldfunctie
aansluit.
4:3
Geeft een breed beeld weer met
LETTER
zwarte stroken aan de bovenkant
BOX
en onderkant van het scherm.
Selecteer deze instelling wanneer
u een monitor met een 4:3-
scherm aansluit.
4:3
Geeft een breed beeld weer op
PAN SCAN
het volledige scherm waarbij het
overtollige gedeelte automatisch
wordt bijgesneden.
Selecteer deze instelling wanneer
u een monitor met een 4:3-
scherm aansluit.
16:9
4:3 LETTER BOX
4:3 PAN SCAN
Opmerking
Bij bepaalde DVD's wordt "4:3 LETTER BOX" wellicht
automatisch geselecteerd in plaats van "4:3 PAN
SCAN" of omgekeerd.
SCREEN SAVER
De schermbeveiliging wordt in- of uitgeschakeld.
Het schermbeveiligingsbeeld verschijnt wanneer
het systeem 5 minuten in de stopstand staat. De
schermbeveiliging voorkomt dat het scherm
wordt beschadigd (spookbeelden). Druk op DVD
u om de schermbeveiliging uit te schakelen.
ON
De schermbeveiliging wordt
ingeschakeld.
OFF*
De schermbeveiliging wordt
uitgeschakeld.
31