Problemen, oorzaak en remedie
Voer alleen de hieronder genoemde handelingen uit. Indien u het probleem zelf niet kunt oplossen moeten de
verdere inspectie, onderhoud en reparaties moeten worden uitgevoerd door een geautoriseerd service-centrum
of een vergelijkbare specialist.
Probleem
De motor loopt met onderbrekingen of
helemaal niet.
De motor loopt maar de ketting beweegt
niet.
De kettingrem werkt niet.
De kettingzaag zaagt niet goed.
De kettingolie smeert niet goed.
De accu verliest snel de lading.
De acculader werkt niet.
De kettingzaag loopt niet of niet continu.
Nadat een volledig geladen accu enkele
seconden gebruikt is lichten er maar 3
LED-indicators van de accu op.
Alle 4 LED-indicators van de accu
knipperen als u de ladingstoestand-knop
van de accu indrukt en de huidige
ladingstoestand getoond wordt (terwijl de
accu niet in gebruik is).
Mogelijke oorzaak
1. De kettingrem is in werking.
2. De accu is bijna leeg.
3. De accu is niet goed geplaatst.
4. De accu is te heet.
5. De accu heeft een te stroomsterkte
geleverd.
6. Er is vervuiling onder de afdekking.
1. De ketting zit niet goed op het
aandrijf-tandwiel.
1. De kettingrem is defect.
1. De kettingspanning is onjuist.
2. De ketting is bot.
3. De ketting is omgekeerd gemonteerd.
4. De ketting is droog.
1. De oliepoort is verstopt.
2. De oliegroef in de kettinggeleider is
verstopt.
3. Het zeefje (indien aanwezig) in de
olietank is verstopt.
1. De accu is boven of onder het
geschikte temperatuurgebied.
1. De acculader is boven of onder het
geschikte temperatuurgebied.
2. Er staat geen stroom op het
stopcontact waar de acculader op is
aangesloten.
1. De draden van de accu zijn vochtig.
2. De accu is niet goed geplaatst in de
kettingzaag.
1. Dit is normaal.
1. De accu is boven of onder het
geschikte temperatuurgebied.
22
Remedie
1. Zet de kettingrem los door deze naar
achteren te bewegen.
2. Laad de accu op.
3. Verzeker dat de accu volledig in het
huis is geduwd.
4. Laat de accu afkoelen.
5. Laat trekker los en druk deze dan weer
in.
6. Verwijder de afdekking en verwijder
eventuele vervuiling.
1. Monteer de ketting juist en verzeker
dat de schakels goed in het
aandrijf-tandwiel vallen.
1. Breng de kettingzaag direct naar een
erkende servicedealer.
1. Breng de ketting op de juiste spanning.
2. Vervang de ketting.
3. Monteer de ketting op de juiste wijze.
4. Controleer het oliepeil.
1. Maak de oliepoort schoon.
2. Maak de kettinggeleider schoon.
3. Maak het zeefje (indien aanwezig)
schoon.
1. Verplaats het accupack naar een
locatie waar het droog is en de
temperatuur tussen 0 en 40 °C ligt.
1. Koppel de acculader af en verplaats
deze naar een locatie waar het droog
is en de temperatuur tussen 0 en 40 °C
ligt.
2. Laat een deskundige elektricien het
stopcontact repareren.
1. Laat de accu drogen of maak deze
droog met een doek.
2. Verwijder de accu en plaats deze
opnieuw, verzeker dat de accu goed
op zijn plaats zit en vergrendeld is.
1. Schakel het gereedschap uit en druk
dan op de ladingstoestand-knop, of
neem de accu uit het gereedschap om
de werkelijke ladingstoestand te zien.
1. Verplaats het accupack naar een
locatie waar het droog is en de
temperatuur tussen 0 en 40 °C ligt.