2600
1760
De V-snaar moet op de bovenste en onderste
aandrijfschijf in dezelfde groef liggen.
Aanwijzing: De beide apparaatafdekkingen (20)
zijn voorzien van een vergrendelingsschakelaar
(26). De vergrendelingsschakelaar (26) worden
bij het sluiten van de apparaatafdekkingen (20)
automatisch bediend. Bij niet juist gesloten aan-
drijfafdekking (20) kan het apparaat niet worden
ingeschakeld.
7. Draai de vastzetschroef (21) los en laat de hendel
met de motoreenheid weer zakken, zo spant u de
V-snaar.
8. Fixeer de vastzetschroef (21).
9. Sluit de apparaatafdekkingen (20). Fixeer de aan-
drijfafdekkingen met de afsluitdop (19).
Werkstuk borgen
Borg met 4-tands-korrelpunt (1) en losse kop (5)
(afb. 1)
1. Teken een diagonale lijn aan beide einden van
het werkstuk om het midden te lokaliseren. Het
midden is het punt waar de lijnen elkaar treffen.
Plaats een centreerboring, waar 4-tands-kor-
relpunten en losse kop op het werkstuk moeten
plaatsen. Hierdoor kan een betere houvast wor-
den verkregen.
2. Plaats een 2 mm diepe zaagsnede langs de dia-
gonale lijn waarin de 4-tands-korrelpunt (1) beter
kan vastgrijpen.
3. Plaats de afgemonteerde 4-tands-korrelpunt (1)
gecentreerd in het midden van het werkstuk. Sla
de 4-tands-korrelpunt (1) met een houten ha-
mer (niet bij de levering inbegrepen) iets in het
werkstuk. Let op dat het schroefdraad van de
4-tands-korrelpunt (1) met bijv. een houten plaat
wordt beschermd.
4. Verwijder de 4-tands-korrelpunt (1) weer van het
werkstuk.
5. Monteer aansluitend de 4-tands-korrelpunt (1)
(weer) op het apparaat.
Aanwijzing: De montage en demontage van de
4-tands-korrelpunt vindt u in het hoofdstuk "Werk-
stukopnamen monteren/wisselen".
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
1260
890
6. Plaats het werkstuk tegen de 4-tands-korrelpunt
(1). Let op dat u met de 4-tands-korrelpunt (1) de
ingeslagen inkeping raakt, omdat er anders geen
veilig inspannen kan worden gewaarborgd.
7. Draai de hendel (8) los van de losse kop.
8. Schuif de losse kop in de richting van de
4-tands-korrelpunt (1) nagenoeg tegen het werk-
stuk aan om deze in te spannen.
9. Fixeer de losse kop door de hendel (8) geheel om-
laag te drukken.
10. Voor de fijnafstelling gebruikt u het handwiel (6).
11. Fixeer de positie van het handwiel met de contra-
moer (4).
Borg dit met de opspanplaat (13) (afb. 2)
1. Houd de aandrijfas (18) met de steeksleutel (16)
vast.
2. Draai de opspanplaat (13) van de aandrijfas (18).
3. Fixeer het werkstuk met houtschroeven (niet bij
de levering inbegrepen) op de opspanplaat (13).
m LET OP!
Gevaar voor letsel! De houtschroeven moeten
zo worden geplaatst dat ze niet per ongeluk
met het gereedschap worden blootgelegd bij
de bewerking van het werkstuk.
4. Houd de aandrijfas (18) met de steeksleutel (16)
vast.
5. Draai de opspanplaat (13) met het gemonteerde
werkstuk op de aandrijfas (18).
Gereedschapssteun instellen (afb. 1)
m LET OP!
Gevaar voor letsel! Let op dat de gereedschaps-
steun goed gefixeerd is en deze tijdens het be-
drijf niet kan losraken.
Gereedschapssteun fixeren/losmaken
1. De gereedschapssteun (2) wordt gefixeerd door
de hendel (9) omlaag te drukken.
2. De gereedschapssteun (2) wordt losgemaakt
door de hendel (9) omhoog te drukken. U kunt de
gereedschapssteun nu verschuiven.
Aanwijzing:
Gaat het verschuiven van de gereedschapssteun
(2), resp. de losse kop (5) zwaar, stelt u de moer
aan de onderzijde met een steeksleutel of een ra-
tel (SW 19) na.
Hoogteverstelling gereedschapssteun
3. Draai de schroef (2a) aan het onderste deel van
de gereedschapssteun (2b) los.
4. Stel de gewenste hoogte in.
5. Fixeer de gereedschapssteun (2) door het vast-
draaien van de schroef (2a).
NL | 73