2
2
GLASKERAMISCH KOMFOOR
De voornaamste eigenschap van deze
keramische kookplaat is de snelle warm-
tetoevoer vanaf de verwarmingselemen-
ten naar de pannen op de kookplaat.
De warmte verspreidt zich niet horizon-
taal over de kookplaat, waardoor het
keramische oppervlak al op enkele centi-
meters afstand van de kookzone koud is.
De kookzones worden met knoppen
voorzien van 7 standen (0-6) bediend
(afb. 4.1) of met traploos regelbare knop-
pen (0-12) (afb. 4.2).
De temperatuur kan traploos van stand 0
(uit) tot stand 12 (max.) ingesteld wor-
den.
Controleer of de kookplaat schoon is
voordat u hem aan zet.
Als de kookplaat in werking is, zal con-
trolelampje gaan branden.
Indien de temperatuur van de kookplaat
boven 60˚C komt, zal het corresponde-
rende restwarmte indicatielampje gaan
branden.
Dit lampje blijft ook branden als de kook-
zone is uitgezet om aan te geven dat de
plaat nog warm is.
Het zal enige tijd duren voordat de kook-
plaat geheel is afgekoeld.
RAAKT U GEDURENDE DEZE TIJD DE
KOOKZONE NIET AAN EN ZORG
ERVOOR DAT KINDEREN NIET AAN
DE KOOKPLAAT KOMEN.
Het restwarmte indicatielampje gaat uit
zodra de temperatuur van de kookzone
onder de 60˚C komt.
6
Afb. 2.1
Afb. 2.2