8.
Gebruik
8.1
Controlepaneel
Bedien het controlepaneel met de vier knoppen onderaan de display.
knop
functie
het menu openen, de huidige functie verlaten zonder de instelling op te slaan of het menu
MENU
verlaten
UP
naar boven scrollen in een lijst met functies of opties, of een waarde verhogen
DOWN
naar beneden scrollen in een lijst met functies of opties of een waarde verlagen
ENTER
een geselecteerde optie of waarde bevestigen en opslaan
8.2
Menu
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 3 van deze handleiding.
8.3
Autonome modus (standalone)
Het toestel start op in autonome modus, nadat u het gekoppeld hebt aan het lichtnet. In deze modus
kunt u het toestel zonder controller gebruiken.
1.
Sluit het toestel aan op het lichtnet om het in te schakelen.
2.
Druk op MENU om het menu te openen.
3.
Selecteer de automatische modus en bevestig.
8.4
Master/slave-modus
Opmerkingen
In master/slave-modus kunt u meerdere toestellen aansluiten op één mastertoestel in een reeks.
Alle slavetoestellen zullen vervolgens synchroon functioneren met het mastertoestel.
Configureer alle slavetoestellen vooraleer u het mastertoestel aansluit op de reeks.
U kunt maximum 18 slavetoestellen aansluiten op een mastertoestel.
Slavetoestellen:
1.
Sluit de DMX-ingang van het slavetoestel aan op de DMX-uitgang van het vorige toestel in de reeks.
2.
Sluit het toestel aan op het lichtnet om het in te schakelen.
3.
Herhaal deze stappen voor alle slavetoestellen.
Mastertoestel
1.
Koppel het mastertoestel aan de netspanning om het in te schakelen.
2.
Druk op MENU om het menu te openen.
3.
Selecteer een van de bedrijfsmodi.
4.
Sluit het mastertoestel als eerste toestel in de reeks aan door de DMX-uitgang van het
mastertoestel aan te sluiten op de DMX-ingang van het eerste slavetoestel.
8.5
DMX-modus
In de DMX-gestuurde modus kunt u het toestel aansturen via een universele DMX-controller.
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert
op de signalen. Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel "luistert" naar het
signaal van de DMX-controller. U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u
kunt per toestel een nieuw startadres ingeven.
Wanneer u een enkel startadres instelt, zullen alle toestellen 'luisteren' naar hetzelfde kanaal. Met
andere woorden: wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk
op reageren. Wanneer u verschillende adressen instelt, luistert elk toestel naar een ander kanaal.
Wanneer u de instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal reageren.
De DMX-gestuurde modus instellen:
1.
Druk op MENU en selecteer de DXM-modus.
2.
Selecteer het DMX-startadres en bevestig.
V. 01 – 29/06/2015
VDPL150MH21
17
©Velleman nv