NL
4.0 Montage - Ingebruikname
Een zorgvuldige en deskundige opstelling en de kwaliteit van het medium water is
een voorwaarde voor een storingsvrije werking. Opstellingsfouten kunnen per-
soonlijke en materiële schade en de voortijdige slijtage van de pomp tot gevolg hebben!
De pompen moeten bij voorkeur met een hulpinrichting in het ophangoog gehangen
en gemonteerd worden! Draag de pomp nooit aan de aansluitkabel en laat hem
nooit hieraan in het bassin zakken!
Afbeelding 3 toont de toegelaten bouwvormen! Afbeelding 4 toont de montage van
de pomp.
Stel USP-pompen alleen op met horizontaal liggende motoras.
Monteer de pomp bij voorkeur op een vlakke sokkel van beton, profieldragers of op
de OASE pompconsole art. 52086 en bevestig hem met 4 voetschroeven (M10)!
Maak de pompaansluitingen met schroefverbindingen of met flensaansluitingen
met afsluitschuiven! Ondersteun de buisleidingen onmiddellijk voor en achter de
pomp en leg ze spanningsvrij!
Gebruik van de pomp als blokpomp droog opgesteld: (afbeelding 5)
Draai de 2 spanschroeven aan de pompvoet los en demonteer de zuigfilter.
De pompbehuizing heeft aan de zuigkant een schroefdraadaansluiting met inwen-
dige schroefdraad.
Bevestig de schroeven weer aan de spanvoet en monteer de buisaansluiting!
Voor de ingebruikname moet de pomp ca. 1 uur in het transportmedium gedompeld
worden!
Na controle van alle aansluitwaarden moet de pomp 10 minuten tegen een bijna
gesloten smoorschuif werken opdat de motorlagering volledig met het transport-
medium is gevuld!
Daarna kan het waterbeeld van de fontein worden ingesteld!
5.0 Elektrische motoraansluiting
De elektrische aansluiting en de vereiste beveiliging moeten in overeenstemming
met de plaatselijke voorschriften van het energiebedrijf en van de VDE worden
uitgevoerd! Men moet erop letten dat de op het typeplaatje vermelde gegevens
overeenkomen met de beschikbare stroomvoeding!
De elektrische aansluiting mag alleen worden uitgevoerd door een
geautoriseerde vakman.
Voor elke installatie van fonteinen geldt VDE 0100, deel 738!
Voor de nominale spanning geldt een afwijking van + 6% en – 10 %
Pompkenmerking voor de voedingsspanning
Toevoeging W
Toevoeging D
Alle capaciteitsgegevens van de pomp kunnen worden afgeleid van het type-
plaatje! Een tweede typeplaatje is bij de gebruiksaanwijzing gevoegd! De aansluit-
kabel van de pomp heeft een leidingdiameter van 1,5 mm² en is 10 m lang.
Bij de draaistroompompen moet een isolatie-inrichting in de vast gelegde elektri-
sche installatie ingebouwd worden. Deze isolatie-inrichting moet zijn uitgerust met
een contactopening van minstens 3 mm aan elke pool. Verder moet er een
motorbeveiligingsschakelaar worden ingebouwd in de vaste bedrading.
22
324-07 USP_6Sprachen.p65
22
Gebruiksaanwijzing
wisselstroom
1 x 230 - 240 V, 50/60 Hz
draaistroom
3 x 400 - 415 V, 50/60 Hz
03.04.2007, 10:26
NL