Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Als het probleem
aanhoudt, neemt u contact op met de
Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display
een alarmcode:
•
- Het apparaat wordt niet goed
gevuld met water.
•
- Het apparaat pompt geen
water weg.
•
- De deksel van het apparaat of
de trommeldeuren zijn open of niet
goed gesloten. Controleer de deksel
en deur!
13.2 Mogelijke fout
Probleem
Het programma start
niet.
Het apparaat wordt niet
goed gevuld met water.
Het apparaat vult zich
niet met water en pompt
dit direct weg.
•
•
Mogelijke oplossing
Zorg dat de stekker in het stopcontact zit.
Zorg dat het deksel en de trommeldeuren goed gesloten zijn.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge-
brand.
Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie of
wacht u tot de afloop van de afteltijd.
Schakel het kinderslot uit.
Controleer of de waterkraan is geopend.
Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor zo nodig
contact op met uw lokale waterleidingbedrijf.
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep
niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoers-
lang aanwezig zijn.
Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. De
slang kan te laag hangen.
- De stroomtoevoer is onstabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
- Het beschermingssysteem
tegen waterlekkage is in werking
getreden. Koppel het apparaat los en
draai de waterkraan dicht. Neem
contact op met de erkende
servicedienst.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit
voordat u controles uitvoert.
NEDERLANDS
23