laserlijn (afhankelijk van de gewenste hoek)
midden door de richtindicatie 13, 14 of 15
verloopt.
Stel de richtschijf 12 met de bijbehorende rich-
tindicaties 13, 14 of 15 op de gewenste referen-
tielijn af.
Werkzaamheden met de meetplaat
(toebehoren) (zie afbeeldingen E–F)
Met de meetplaat 20 kunt u de lasermarkering
op de vloer resp. de laserhoogte op een muur
overbrengen.
Met het nulveld en de schaalverdeling kunt u de
verplaatsing ten opzichte van de gewenste hoog-
te meten en op een andere plaats aantekenen.
Daarmee vervalt het nauwkeurig instellen van het
meetgereedschap op de over te brengen hoogte.
De meetplaat 20 heeft een reflecterende laag
die de zichtbaarheid van de laserstraal op een
grote afstand resp. bij fel zonlicht verbetert. De
helderheidsversterking is alleen zichtbaar als u
parallel aan de laserstraal op de meetplaat kijkt.
Werkzaamheden met het statief (toebehoren)
Een statief biedt een stabiele, in hoogte instel-
bare meetondergrond. Plaats het meetgereed-
schap met de statiefopname 6 op de 1/4"-
schroefdraad van het statief en schroef het met
de vastzetschroef van het statief vast.
Werkzaamheden met laserontvanger
(toebehoren) (zie afbeelding G)
Bij ongunstige lichtomstandigheden (omgeving
met veel licht, rechtstreeks zonlicht) en op gro-
te afstanden gebruikt u de laserontvanger 21 om
de laserlijnen beter te kunnen vinden. Schakel
bij werkzaamheden met de laserontvanger de
pulsfunctie in (zie „Pulsfunctie", pagina 67).
Laserbril (toebehoren)
De laserbril filtert het omgevingslicht uit. Daar-
door lijkt het rode licht van de laser voor het oog
helderder.
Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril.
De laserbril dient voor het beter herkennen
van de laserstraal, maar biedt geen bescher-
ming tegen de laserstralen.
Gebruik de laserbril niet als zonnebril en
niet in het verkeer. De laserbril biedt geen
volledige bescherming tegen ultravioletstra-
len en vermindert de waarneming van kleuren.
Bosch Power Tools
Toepassingsvoorbeelden
(zie afbeeldingen H–K)
Vloerplaten in een hoek van 45° leggen
(zie afbeelding J)
Plaats het meetgereedschap met de statiefop-
name 6 op de pen 16 van de richtschijf. Plaats
het zo op de middelste verhoging van de richt-
schijf 12 dat de verticale laserlijn midden door
de richtindicatie 15 verloopt. Stel vervolgens de
richtschijf met de richtindicaties 13 of 14 op de
referentielijn af.
In de snijlijnfunctie of de verticale functie geeft
de verticale laserlijn op de grond of vloer de
hoek van 45° met de referentielijn aan. Stel de
vloerplaten langs deze lijn af.
Bodempunt (loodpunt) op plafond overbrengen
(zie afbeelding K)
Teken twee zich haaks snijdende lijnen door het
punt dat u op het plafond wilt overbrengen.
Plaats de richtschijf 12 op het snijpunt van de
lijnen en stel de schijf met de richtindicaties 13
of 14 op het snijpunt van de lijnen af.
Plaats het meetgereedschap met de statiefop-
name 6 op de pen 16 van de richtschijf. Plaats
het zo op een van de beide buitenste verhogin-
gen op de richtschijf dat de verticale laserlijn
midden door de bijbehorende richtindicatie 13
of 14 verloopt. Kies de verticale functie en teken
het midden van de lijn, die boven het meetge-
reedschap verloopt, op het plafond af.
Draai het meetgereedschap op de richtschijf
90°. Let erop dat u de richtschijf daarbij niet
verschuift. Teken na het waterpassen het snij-
punt van de verticale laserlijn met de reeds aan-
getekende lijn aan. Het snijpunt van de beide
lijnen is het overgedragen loodpunt.
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
Bewaar en vervoer het meetgereedschap alleen
in het beschermetui 17 of de opbergkoffer 18.
Houd het meetgereedschap altijd schoon.
Dompel het meetgereedschap niet in water of
andere vloeistoffen.
Nederlands | 71
1 609 929 S02 | (8.9.08)