OBJ_BUCH-2326-003.book Page 141 Thursday, August 20, 2015 8:43 AM
Invloeden op het meetbereik
Het meetbereik is afhankelijk van de belichting en de mate van weerspiegeling van het
meetoppervlak. Gebruik voor een betere zichtbaarheid van de laserstraal bij werk-
zaamheden buitenshuis en bij fel zonlicht de laserbril 10 (toebehoren) en het laser-
doelpaneel 11 (toebehoren), of zorg voor schaduw op het doelpaneel.
Invloeden op het meetresultaat
Vanwege bepaalde eigenschappen van materialen kunnen bij metingen op sommige
oppervlakken foutmetingen niet worden uitgesloten. Daartoe behoren:
– transparante oppervlakken zoals glas en water,
– spiegelende oppervlakken zoals gepolijst metaal en glas,
– poreuze oppervlakken zoals isolatiemateriaal,
– oppervlakken met een structuur, zoals pleisterwerk en natuursteen.
Gebruik indien nodig op deze oppervlakken het laserdoelpaneel 11 (toebehoren).
Foute metingen zijn bovendien mogelijk op doeloppervlakken waarop schuin wordt
gericht.
Ook kunnen luchtlagen met verschillende temperaturen of indirect ontvangen weer-
spiegelingen de meetwaarde beïnvloeden.
Nauwkeurigheidscontrole en kalibratie van de hellingmeting
In de modi „Hellingmeting", „Digitale waterpas" en „Indirecte afstandmeting" wordt
de hellingssensor gebruikt. Bij het gebruik van deze modi adviseren wij een regelma-
tige kalibratie (zie Menu „Basisinstellingen", pagina 136). Volg de aanwijzingen op
het touchscreen.
Na sterke temperatuurveranderingen en na stoten raden we u een nauwkeurigheids-
controle aan en evt. een kalibratie van het meetgereedschap. Na een temperatuurver-
andering moet het meetgereedschap zich een tijdje aan de temperatuur aanpassen
voor een hellingskalibratie plaatsvindt.
Na sterke temperatuurschommelingen stelt het meetgereedschap automatisch een
kalibratie voor.
Nauwkeurigheidscontrole van de afstandsmeting
U kunt de nauwkeurigheid van de afstandmeting als volgt controleren:
– Kies een onveranderbaar meettraject van ca. 3 tot 10 m lengte, waarvan u de lengte
precies kent (bijv. breedte van een ruimte, deuropening). Het meettraject moet in de
binnenruimte liggen, het doelvlak van de meting moet glad en goed reflecterend zijn.
– Meet de afstand tien opeenvolgende keren.
De afwijking van de afzonderlijke metingen van de gemiddelde waarde mag maximaal
±2 mm bedragen. Houd de metingen bij, zodat u de nauwkeurigheid op een later tijd-
stip kunt vergelijken.
Bosch Power Tools
Nederlands | 141
1 609 92A 1F3 | (20.8.15)