F
GB
D
E
MONTAGE
BESCHERMKAP INSTALLEREN
Verwijder de twee schroeven op het motorblok.
■
Schuif de beschermkap op het motorblok en verdraai
de beschermkap om deze te blokkeren.
Zet de twee schroeven weer terug op hun plaats om
■
de beschermkap vast te zetten. Zie afbeelding 2.
DE LENGTE VAN DE TELESCOOPBUIS
INSTELLEN
Draai het onderste deel van de instelring van de
■
buislengte los om de telescoopbuis los te zetten.
Zie afbeelding 3.
Het ene deel van de buis moet ongehinderd ten
■
opzichte van het andere deel kunnen schuiven.
Stel de totale lengte van de buis in al naar gelang het
werk dat u gaat doen. Zie afbeelding 4.
Draai de instelring weer stevig vast om de buis in die
■
stand te blokkeren. Zie afbeelding 5.
WAARSCHUWING
Als er een onderdeel ontbreekt, gebruik het
apparaat dan niet voordat u beschikt over dat
ontbrekende onderdeel. Niet naleving van dit
voorschrift kan ernstig lichamelijk letsel
veroorzaken.
BEDIENING
BETEKENIS VAN DE LAMPJES OP HET
LAADAPPARAAT
Zie afbeelding 6.
DE LAMPJES TONEN DE STATUS VAN HET
LAADAPPARAAT EN DE ACCU
Rood lampje aan = snellaadmodus.
■
Groene lampje aan = het accupak is volledig geladen.
■
Gele en groene lampjes aan = controle van de
■
laadtoestand of defecte accu.
Alle lampjes uit = laadapparaat of accu defect.
■
LET OP
Haal onmiddellijk het accupak uit het
laadapparaat als er geen enkel lampje gaat
branden, om schade aan het accupak te
voorkomen. Breng accupak en laadapparaat
naar een Erkend Ryobi Servicecentrum voor
controle of vervanging.
NL
I
P
S
Nederlands
DK
N
FIN
GR
Als u het accupak uit het laadapparaat haalt
omdat er geen enkel lampje is gaan branden,
breng dan het laadapparaat met het accupak dan
ook naar een Erkend Ryobi Servicecentrum.
Probeer niet om een ander accupak in het
laadapparaat te stoppen. Een defect laadapparaat
kan namelijk een accupak beschadigen.
ACCU OPLADEN
Bij aflevering is de accu van uw grastrimmer minimaal
geladen om eventuele problemen te voorkomen.
U moet dus eerst de accu opladen voordat u het
apparaat gaat gebruiken.
Opmerking: Tijdens de eerste laadcyclus wordt de
accu niet helemaal geladen. Pas na meerdere oplaad-
cyclussen (gebruik van het apparaat, gevolgd door
opladen) zal de accu zich helemaal gaan laden.
OM DE ACCU TE LADEN
Gebruik uitsluitend het laadapparaat dat bij de accu
■
is geleverd.
Gebruik het laadapparaat alleen voor een
■
netspanning van 230 V 50 Hz (normale
netspanning in woonhuizen).
Sluit het laadapparaat aan op een stopcontact.
■
Steek het accupak in het laadapparaat en let er
■
daarbij op dat de groeven van het accupak precies
over de ribbels komen van het laadapparaat.
Zie afbeelding 6.
Zodra u de accu goed in het laadapparaat hebt
■
geschoven, gaat het rode lampje branden. Druk het
accupak goed aan om te zorgen dat de klemmen van
het accupak goed zijn vastgeklikt in de contacten van
het laadapparaat.
Normaal moeten het gele en het groene lampje ook
■
gaan branden. Deze geven aan dat het laadapparaat
in de controlemodus is. Na verloop van 5 minuten
gaat het laadapparaat over op de snellaadmodus.
Als het laadapparaat overgaat op de snellaadmodus,
gaan het gele en het groene lampje uit en gaat het
rode lampje aan. Als het gele en het groene lampje
na 15 minuten nog steeds branden, trekt u het
accupak uit het laadapparaat, wacht u één minuut en
stopt u het daarna weer terug in het laadapparaat.
Als na nog eens 15 minuten het gele en het groene
lampje nog steeds niet zijn uitgegaan, betekent
dit dat uw accupak defect is en dus niet meer kan
worden opgeladen.
58
H
CZ
RUS
RO
PL