De Fn (Functie)-knop gebruiken
U kunt veel gebruikte functies registreren in de Fn (Functie)-knop en
deze oproepen tijdens het opnemen. Maximaal 12 veel gebruikte functies
kunnen worden geregistreerd onder de Fn (Functie)-knop.
1
Druk herhaaldelijk op
de DISP-knop van het
besturingswiel om een
andere schermfunctie te
selecteren dan [Voor zoeker],
en druk daarna op de Fn
(Functie)-knop.
2
Selecteer de gewenste functie door op de boven-/onder-/
linker-/rechterkant van het besturingswiel te drukken.
3
Selecteer de gewenste
instelling door het
besturingswiel te draaien, en
druk daarna op het midden
van het besturingswiel.
• Sommige functies kunnen
worden fijngeregeld met behulp
van de besturingsring.
Instellingen van de specifieke instelschermen aanpassen
Selecteer de gewenste functie in
stap 2, en druk daarna op het midden
van het besturingswiel. Het specifieke
instelscherm van de functie wordt
afgebeeld. Volg de bedieningsgids om
de instellingen aan te passen.
NL
14
Fn
Bedieningsgids