3.4.2
Combisensor
Gevaar door sterke magneet!
De sterke magneet van de combisensor kan
een gevaar vormen voor personen met een
pacemaker.
¶
Blijf met de magneet van de combisensor
uit de buurt van pacemakers.
3
1
2
Afb. 2:
Combisensor
1 Microfoon voor de opname van het luchtgeluid
2 Magneetvoet voor de opname van het contactgeluid
3 LED
3.4.3
Status-LED
LED
Status-LED
combisensor
BEA 040
Brandt rood
Brandt rood
Brandt geel
Brandt geel
Brandt groen
Brandt groen
Knippert 2x
Knippert 2x
groen
groen
Knippert 4x
Knippert 4x
groen
groen
3.4.4
Modus-LED
Na het indrukken van de modustoets (Afb. 1, pos. 6)
wordt een andere modus (personenauto/ vrachtauto
of 2-tact-/4-tact-motorfiets) geselecteerd. De
geselec teerde modus wordt door de desbetreffende
modus-LED (Afb. 1, pos. 5) weergegeven.
3.4.5
Netvoedingspannings-LED
De netvoedingsspannings-LED (Afb. 1, pos. 7) brandt
blauw bij aangesloten netvoedingseenheid.
Robert Bosch GmbH
Status
Combisensor correct op de
BEA 040 aangesloten, BEA 040
via netvoeding van spanning
voorzien en bedrijfsklaar.
Zelftest ok.
Geen toerental herkend.
Stationair toerental herkend
(1. kalibratiepunt).
Verhoogd toerental herkend
(2. kalibratiepunt)
2-tact motorfiets is
geselecteerd
4-tact motorfiets is
geselecteerd
Productbeschrijving | BEA 040 | 119
4.
Bediening
Gevaar voor letsel tijdens het aanbrengen
van de combisensor
Bij draaiende, maar ook bij stilstaande mo-
toren, zijn er draaiende of bewegende delen
(b.v. riemaandrijvingen, ventilatoren) die tot
letsel aan vingers en armen kunnen leiden.
¶
Grijp bij een draaiende motor niet in het
gedeelte met draaiende/bewegende delen.
¶
De combisensor niet in het gedeelte met
draaiende delen aanbrengen.
¶
Laat bij werkzaamheden aan en in de buurt
van elektrisch aangedreven ventilatoren
eerst de motor afkoelen en trek de stekker
uit de ventilatormotor.
Verbrandingsgevaar tijdens het aanbrengen
van de combisensor
Bij werkzaamheden aan een hete motor
bestaat verbrandingsgevaar wanneer perso-
nen componenten zoals de motor, de uitlaat,
het uitlaatspruitstuk, de turbocompressor
etc. aanraken of er te dicht bij in de buurt
komen.
¶
Gebruik beschermingsmiddelen, bijvoor-
beeld handschoenen.
¶
De motor eventueel laten afkoelen.
¶
De combisensor in de buurt van hete on-
derdelen voorzichtig aanbrengen.
¶
Laat de motor niet langer draaien dan voor
de meting noodzakelijk is.
nl
|
1 689 989 013
2018-04-08