TIPS VOOR GEBRUIK EN PROCEDURE VOOR STOPPEN
Volg de toepasselijke voorschriften voor ongevallenpreventie!
STARTEN
Houd tenminste 3 meters afstand tot de plaats waar brandstof is bijgevuld. Plaats de benzinebosmaaier op een schoon stuk grond en zorg
ervoor dat de snijgarnituur de grond of andere voorwerpen niet raakt.
A: Startprocedure bij koude
motor
1) Plaats het gereedschap op een
vlakke ondergrond.
2) Zet de stopschakelaar (1) in de stand I (bedrijf).
3) Chokehendel
Zet met de chokehendel de choke dicht.
Choke:
– Volledig open bij lage temperaturen of wanneer de motor koud is.
– Volledig of half dicht bij opnieuw starten van de motor direct na het
uitschakelen.
4) Brandstofhandpomp
Blijf op de brandstofhandpomp drukken tot de brandstof in de
brandstofhandpomp stroomt. (Over het algemeen stroomt de brandstof in
de brandstofhandpomp na 7 tot 10 keer duwen.)
Als te vaak op de brandstofhandpomp wordt gedrukt, vloeit het overschot
aan brandstof terug naar de brandstoftank.
5) Trekstartinrichting
Trek voorzichtig aan de trekstarthandgreep tot u weerstand voelt
(compressiepunt). Laat de trekstarthandgreep terugtrekken en trek er
vervolgens krachtig aan.
Trek nooit door tot aan het einde van het trekstartkoord. Nadat aan de
trekstarthandgreep is getrokken, mag u hem niet onmiddellijk loslaten.
Houd de trekstarthandgreep vast tot het trekstartkoord is opgewonden in de
trekstartinrichting.
Uit-vergrendelhendel
BEDRIJF
STOP
Hoog
toerental
Laag
toerental
Gashendel
(1)
125
STOP
Gashendel
Laag toerental
Hoog
toerental
EBH252L
EBH253L
Carburator
Brandstofhandpomp
(1)
BEDRIJF
Uit-
vergrendelhendel
EBH252U
EBH253U
DICHT