Bediening van uw akoestieksysteem
Gebruik van een extra
middenluidspreker
Aangezien dit luidsprekersysteem reeds is voorzien
van specifieke luidsprekers voor het middenkanaal (zie
blz. 5), is het niet nodig een extra middenluidspreker
aan te sluiten. Desondanks kunt u een
middenluidspreker die u al heeft, aansluiten op de
CENTER SPEAKER aansluitingen. Hierbij dient u wel
op te letten dat de middenluidspreker een impedantie
tussen de 8 en 16 ohm heeft.
Linker voorluidspreker
EXTERNAL
CENTER SPEAKER
IMPEDANCE 8 - 16 Ω
Draai met een schroevedraaier de schroef los die het
CENTER SPEAKER dekseltje op zijn plaats houdt en
verwijder het dekseltje. Druk nu de CENTER
SPEAKER knop in. Hierdoor worden de ingebouwde
middenkanaal-luidsprekers uitgeschakeld en wordt
het middenkanaal-signaal uitgestuurd via de CENTER
SPEAKER aansluitingen.
Bij aansluiten van een middenluidspreker kunt u
kiezen uit 4 verschillende middenkanaal-aanpassingen:
NORMAL, WIDE, PHANTOM of 3 CH (3-kanaals
akoestiek). Gebruik hiervan de NORMAL of WIDE
aanpassing als er zowel een middenluidspreker als
achterluidsprekers zijn aangesloten. Zie voor nadere
bijzonderheden over de Dolby Pro Logic Surround de
beschrijving op blz. 16.
SURROUND
14
NL
Middenluidspreker
IN T
o
O
C E N T E
R S P A
K E R
–
+
CENTER MODE
1
Druk op de SURROUND toets op de linker
voorluidspreker om in te stellen op "PRO
LOGIC". (De aanduiding "PRO LOGIC"
verschijnt in het uitleesvenster in plaats van de
"DOLBY SUR" aanduiding, wanneer u een
externe middenluidspreker aansluit.)
2
Druk enkele malen op de CENTER MODE toets
op de linker voorluidspreker, tot de gewenste
middenkanaal-aanpassing in het uitleesvenster
wordt aangegeven.
3
Stel indien nodig de geluidssterkte van de
middenluidspreker en de vertragingstijd bij,
volgens de aanwijzingen op blz. 12 en 13.