Veiligheidsaanwijzingen Voor De Omgang Met Zaagbladen; Montage En Bevestiging Van Werktuigen En Werktuigonderdelen - Parkside PTK 2000 B2 Originalbetriebsanleitung

• Werkvoorbereidingen, instel-,
meet- en reinigingswerkzaam-
heden alleen bij uitgeschakelde
motor uitvoeren - trek de stekker uit
het stopcontact.
• Controleer voorafgaand aan de
inschakeling of de sleutels en instel-
werktuigen verwijderd zijn.
Waarschuwing! Dit elektrische ge-
reedschap genereert tijdens het bedrijf
een elektromagnetisch veld. Dit veld kan
onder bepaalde omstandigheden actieve
of passieve medische implantaten negatief
beïnvloeden. Om het risico op ernstige of
dodelijke letsels te verlagen, adviseren wij
personen met medische implantaten om
hun arts en de fabrikant van het medische
implantaat te raadplegen, voordat zij het
elektrische gereedschap bedienen.
Veiligheidsaanwijzingen voor
de omgang met zaagbladen
1 Gebruik gereedschappen en werk-
tuigen alleen, wanneer u daarmee
vertrouwd bent.
2 Neem het maximale toerental in acht.
Het op het te gebruiken werktuig
aangegeven maximale toerental mag
niet worden overschreden. Neem het
eventueel aangegeven toerentalbereik
in acht.
3 Let op de juiste draairichting van de
motor en het zaagblad.
4 Cirkelzaagbladen die scheurvorming
vertonen, dienen buiten gebruik te
worden gesteld (reparaties zijn niet
toegestaan).
5 Werktuigen met zichtbare scheuren
mogen niet worden gebruikt.
6 Werktuigen dienen regelmatig te
worden gereinigd.
7 Ga voorzichtig om met de te ge-
bruiken werktuigen. Bewaar deze
liefst in de originele verpakking of in
speciale opbergvoorzieningen. Draag
beschermende handschoenen om de
veiligheid te verhogen en het risico op
letsels te verlagen.
8 Stel voor gebruik van de werktuigen
veilig dat alle beveiligingen correct
aangebracht zijn.
9 Verzeker u ervan dat het door u
gebruikte werktuig aan de technische
eisen van dit elektrische gereedschap
voldoet en correct bevestigd is, voor-
dat u het gebruikt.
10 Gebruik het meegeleverde zaagblad
alleen voor zaagwerkzaamheden in
hout en nooit voor de bewerking van
metaal.
Montage en bevestiging van werk-
tuigen en werktuigonderdelen
a) Werktuigen en werktuiglichamen
moeten zo opgespannen zijn dat zij
tijdens het bedrijf nooit los kunnen
komen.
b) Bevestigingschroeven en moeren
dienen met geschikte sleutels enz. en
met het door de fabrikant aangege-
ven aandraaimoment aangedraaid
worden.
c) Een verlenging van de sleutel of het
aandraaien van schroefbevestigingen
met behulp van hamerslagen is niet
toegestaan.
d) De opspanvlakken dienen gereinigd
te worden van vervuiling, vet, olie en
water.
N L
4 1