Andere bewerkingen
Draai aan het bedieningselement
VOL als u het volume wilt
aanpassen.
Druk op (SOUND) als u het volume en
het geluid-menu wilt wijzigen.
Druk op (LIST) om de gememoriseerde
namen te tonen.
De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de
bedieningselementen is af fabriek ingesteld
zoals hieronder aangegeven.
verhogen
verlagen
Als de bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom moet worden gemonteerd, kan de
werkingsrichting worden omgekeerd.
Druk twee seconden op (SOUND) terwijl
u het bedieningselement VOL ingedrukt
houdt.
Tip
U kunt de werkingsrichting van deze
bedieningselementen wijzigen (pagina 20).
Druk op (ATT)
als u het geluid
wilt dempen.
Druk op (OFF) als u
het apparaat wilt
uitschakelen.
De geluidskenmerken
aanpassen
U kunt de hoge en lage tonen, de balans en de
fader instellen.
U kunt de lage en hoge tonen voor elke bron
afzonderlijk regelen.
1
Selecteer het onderdeel dat u wilt
aanpassen door een aantal malen op
(SOUND) te drukken.
VOL (volume) nBAS (lage tonen) n
TRE (hoge tonen) n BAL (links-rechts) n
FAD (voor-achter)
2
Wijzig het geselecteerde onderdeel door
de keuzeknop te draaien.
Breng de wijziging aan binnen de drie
seconden nadat u het onderdeel hebt
geselecteerd. (Na drie seconden werkt de
knop weer als volumeregelaar.)
Het geluid dempen
Druk op (ATT) op de los verkrijgbare
bedieningssatelliet of de draadloze
afstandsbediening.
"ATT-ON" knippert even.
Als u het vorige geluidsniveau wilt herstellen,
drukt u nogmaals op (ATT).
Tip
Het volume wordt automatisch verlaagd wanneer
een telefoongesprek binnenkomt (functie
Telephone ATT).
19