Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Vóór Ingebruikneming - EINHELL RT-SM 305 L Bedienungsanleitung

Zug-, kapp- und gehrungssäge
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für RT-SM 305 L:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Anleitung_RT_SM_305_L_SPK2:_
Geluidsemissiewaarden
Het geluid van deze zaag wordt gemeten volgens
DIN EN ISO 3744; 11/95, E DIN EN 31201; 6/93, ISO
7960 aanhangsel A; 2/95. Het geluid op de werkvloer
kan 85 db (A) overschrijden. In dit geval zijn
geluidswerende maatregelen voor de gebruiker
vereist. (Gehoorbeschermer dragen!)
Geluidsdrukniveau L
pA
Geluidsvermogen L
WA
"De waarden vermeld in de tabel zijn emissiewaarden
en komen niet meteen noodzakelijk overeen met de
geluidswaarden gemeten op de werkvloer. Hoewel er
een correlatie bestaat tussen emissie- en
imissieniveaus kan er niet zeker uit worden
opgemaakt of al dan niet bijkomende
voorzorgsmaatregelen vereist zijn. Medebepalende
factoren die het momenteel op de werkplaats
voorhanden zijnde imissieniveau kunnen beïnvloeden
zijn o.a. de duur van de geluidsinwerking, de
karakteristieke gesteldheid van de werkruimte,
andere geluidsbronnen etc. b.v. het aantal machines
en andere in de buurt plaats hebbende processen.
De betrouwbare werkplaatswaarden kunnen evenwel
van land tot land variëren. Deze informatie zal echter
de gebruiker in staat stellen, gevaar en risico beter te
kunnen beoordelen.
Totale vibratiewaarden (vectorsom van drie
richtingen) bepaald volgens EN 61029.
Trillingsemissiewaarde a
= 1,297 m/s
h
6. Vóór ingebruikneming
6.1 Algemeen
De machine moet worden opgesteld zodat ze
veilig staat, d.w.z. ze moet op een werkbank, het
standaardonderstel of iets dergelijks worden
vastgeschroefd.
Vóór ingebruikneming dienen alle afdekkingen en
veiligheidsinrichtingen naar behoren te zijn
gemonteerd.
Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwerpen
letten zoals b.v. nagels of schroeven etc.
Voordat u de AAN-/UIT-schakelaar indrukt dient u
er zich van te vergewissen dat het zaagblad
correct is gemonteerd en bewegelijke onderdelen
gemakkelijk bewegen.
Controleer of de gegevens vermeld op het
29.12.2008
14:05 Uhr
kenplaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens de machine aan te
sluiten.
6.2 Zaag monteren (fig. 1-3, 6)
Om de draaitafel (17) anders af te stellen de
vastzetgreep (14) met ca. 2 hele slagen
losdraaien teneinde de draaitafel (17) te
ontgrendelen.
Grendelstandhendel (13) indrukken, draaitafel
Onbelast draaien
(17) en wijzer (15) op de gewenste hoekmaat van
86 dB
de schaal (16) draaien en fixeren m.b.v. de
99 dB
vastzetgreep (14). De zaag heeft grendelstanden
bij de posities -45°, -30°, -22,5°, -15°, 0°, 15°,
22,5°, 30°, 45° en 60° waar u de
grendelstandhendel kunt laten vastklikken.
De zaag uit de onderste stand vrijzetten door de
machinekop (4) lichtjes omlaag te drukken en
tegelijk de borgbout (27) de motorhouder uit te
trekken. Draai de borgbout (27) met 90° voordat u
hem loslaat zodat de zaag ontgrendeld blijft.
Machinekop (4) omhoogzwenken tot de
ontgrendelhefboom (3) vastklikt.
De spaninrichting (8) kan zowel links alsook
rechts op de vaststaande zaagtafel (18) worden
gemonteerd.
Vastzetschroeven voor werkstukhouder (30)
losdraaien.
De rolsteun met eindaanslag (9) over één van de
bevestigingsbeugels voor rolsteun (10) geleiden
en deze op de vaststaande zaagtafel (18)
monteren, overeenkomstige vastzetschroef (30)
aanhalen (fig. 6).
De tweede bevestigingsbeugel voor rolsteun (10)
aan de overkant van de zaag monteren en
2
borgen d.m.v. de overeenkomstige
vastzetschroef (30).
De machinekop (4) kan naar links tot max. 45°
schuin worden gesteld door de vastzetschroef
(22) los te draaien.
Wordt de zaag zonder onderstel gebruikt, dient
de steunvoet (32) om te voorkomen dat de zaag
naar voren kantelt terwijl u met de zaag werkt.
Draai daarvoor de steunvoet (32) eruit tot hij het
opsteloppervlak van de zaag raakt.
6.3 Onderstel monteren en zaag op het onderstel
vastschroeven (fig. 4-25)
1. De standvoeten (A) van beneden de
tussenverstijvingen (C) in steken zoals
voorgesteld in fig. 7. Zorg ervoor dat de
rubbervoeten op de standvoeten (A) georiënteerd
zijn zodat de contactvlakken recht zijn.
2. Standvoeten (A) op de tussenverstijvingen (C)
vastschroeven d.m.v. schroeven (N), sluitringen
(H) en moeren (G) zoals voorgesteld in fig. 8-9.
Seite 57
NL
57

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

43.007.00

Inhaltsverzeichnis