F
GB
D
E
HOOFDSCHAKELAAR (AFB. 1 EN 3)
Als u de boormachine op een bepaalde vaste
■
snelheid wilt blokkeren, drukt u de vergrendelknop in
naar de AAN-stand (E) terwijl u de hoofdschakelaar
ingedrukt houdt. Druk opnieuw op de hoofdschakelaar
als u de vergrendeling wilt opheffen.
DE DRAAIRICHTING KIEZEN (AFB. 2)
Om de boor in de andere richting te laten draaien,
■
stopt u de boormachine door de hoofdschakelaar los
te laten en zet u de draairichtingschakelaar (B)
andersom.
Als de draairichtingschakelaar op "forward" staat, draait
■
de boormachine rechtsom (gezien vanaf het handvat).
Als de draairichtingschakelaar op "reverse" staat, draait
■
de boormachine linksom (gezien vanaf het handvat).
BLOKKERING VAN DE BOORHOUDER
(EID-750REN)
De boorhouder van de boormachine is uitgerust met een
automatische blokkering die in werking treedt als u de
boorhouder losdraait of vastdraait.
BOOR INZETTEN EN VERWIJDEREN (AFB. 4)
Steek de schacht van de boor (I) zo ver mogelijk in
■
de boorhouder.
Zet de boor vast door de ring van de boorhouder zo
■
ver mogelijk rechtsom te draaien.
Maak de boor los door de ring van de boorhouder
■
linksom te draaien.
KLOPBOORSTAND (AF. 5)
De selectieknop voor de functie Klopboren (F) bevindt
zich boven op de boormachine.
NORMAAL BOREN: Duw de knop in de stand met het
pictogram "
" om te boren zonder de functie
Klopboren.
KLOPBOREN: Duw de knop in de stand met het
pictogram "
" om te boren met de functie Klopboren.
BEDIENING
LAAT DE VENTILATIEOPENINGEN (J) VRIJ ZODAT
DE MOTOR VOLDOENDE KOELING KRIJGT.
NL
I
P
S
DK
N
FIN
GR
Nederlands
GATEN BOREN IN HOUT
Plaats een stuk afvalhout onder het werkstuk om
splintervorming te voorkomen aan de andere kant van
het gat.
GATEN BOREN IN METAAL
Het is mogelijk om gaten te boren in metalen, zoals staal
of koper, aluminiumplaat, roestvrijstaal en buizen.
Hiervoor moet het gat van te voren worden gemarkeerd
met een spijker of een puntdrevel.
Gebruik de klopboorfunctie niet op dit type materiaal.
GATEN BOREN IN BETON
Voor het boren van gaten in steen of beton kunt u in het
algemeen een klopboor gebruiken.
Als u in materiaal gaat boren waarvan er gemakkelijk
scherven afspringen, zoals in wandtegels, is het absoluut
noodzakelijk dat u het eerste deel van het gat in de normale
stand boort en daarna pas de klopboorfunctie aanzet.
Als u diepe gaten boort, moet u de boor van tijd tot tijd
helemaal uit het gat trekken om gruis en draaisel uit het
gat en de boor te verwijderen.
HULPHANDGREEP
EN DIEPTEAANSLAG (AFB. 6)
Hulphandgreep
U kunt de hulphandgreep (H) over 360° verstellen.
Ga daarvoor als volg te werk: draai het handvat linksom
los (richting L), verdraai de hele handgreep naar een
comfortabele werkpositie en zet daarna de handgreep weer
vast door het handvat rechtsom te draaien (richting M).
Diepteaanslag
Met behulp van de diepteaanslag (G) kunt u precies tot
een vooraf ingestelde diepte uw gaten boren.
De diepte van een gat is gelijk aan de afstand tussen het
uiteinde van de boor en het uiteinde van de diepteaanslag.
Ga als volg te werk om de diepteaanslag te verstellen:
draai de knop linksom los (richting L), verstel de
diepteaanslag naar de gewenste diepte en zet daarna de
diepteaanslag weer vast door de knop rechtsom te
draaien (richting M).
26
RO
H
CZ
RUS
PL
HR
SLO
TR