Opnemen
Alvorens met het
opnemen te beginnen
De MD (MiniDisc) maakt het mogelijk muziek
digitaal op te nemen en af te spelen met een
uitstekende geluidskwaliteit. Een ander kenmerk
van MD's is het aanbrengen van
muziekstuknummers. Door het aanbrengen van
muziekstuknummers kunt u een bepaalde passage
later snel terugvinden en de opgenomen
muziekstukken gemakkelijk monteren. De manier
waarop de signalen worden opgenomen en de
muziekstuknummers worden vastgelegd verschilt
echter afhankelijk van de opnamebron.
Wanneer de opnamebron de
volgende is:
• De CD-speler van dit systeem
(CMT-SP55TC)
– Het MD-deck maakt een digitale opname.*
– De muziekstuknummers worden automatisch
aangebracht zoals op de oorspronkelijke CD.
• Andere digitale componenten die
zijn aangesloten op de DIGITAL
OPTICAL AUX IN-aansluitbus van
MDS-SP55 (bijvoorbeeld een DVD-
speler)
– Het MD-deck maakt een digitale opname.*
– De muziekstuknummers worden op
verschillende manieren aangebracht,
afhankelijk van de bron waarvan u opneemt.
• De tuner of het tapedeck van dit
systeem of andere analoge
componenten die zijn aangesloten
op de AUX IN-aansluitbussen van
CMT-SP55TC (bijvoorbeeld een
Videorecorder)
– Het MD-deck maakt een analoge opname.
– Een muziekstuknummer wordt aangebracht aan
het begin van elke opname. Wanneer u echter
de opnamefunctie Level Synchro Recording
(zie blz. 24) inschakelt, worden er automatisch
muziekstuknummers aangebracht in
overeenstemming met het niveau van het
ingangssignaal.
*
1
Zie blz. 42 voor bijzonderheden over de
beperkingen op digitale opnamen.
2
*
Het geluid dat tijdens het opnemen via de
luidsprekers wordt voortgebracht, is de audio van
de AUX IN-aansluitbussen. Wanneer u een digitale
aansluiting maakt, dient u dus ook altijd een
analoge aansluiting te maken.
3
*
Indien een digitale component niet is aangesloten
op de DIGITAL OPTICAL AUX IN-aansluitbus
door gebruikmaking van een optische kabel, zal
het MD-deck een analoge opname maken.
Opmerking betreffende de
muziekstuknummers op een MD
Op een MD worden de muziekstuknummers
(volgorde van de muziekstukken), de informatie over
het begin- en eindpunt van elk muziekstuk, enz.
opgenomen in het TOC*
de geluidsinformatie. Hierdoor kunt u opgenomen
muziekstukken snel monteren door de TOC-
informatie te wijzigen.
4
*
TOC: Table of Contents (Inhoudsopgave)
Na het opnemen
, Druk op A op het MD-deck om de MD
te verwijderen of druk op ?/1 (spanning)
om het systeem uit te schakelen.
"TOC" licht op of begint te knipperen. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt en de
opname is voltooid.
1
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
1
2
3
*
*
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl "TOC" brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl "TOC"
knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de
opname volledig wordt uitgevoerd.
Beschermen van een
opgenomen MD
• Om een MD te beschermen tegen abusievelijk
opnemen, schuift u het nokje aan de zijkant van de
MD open. Met het nokje in deze positie kan er niet
meer op de MD worden opgenomen. Om op de MD
te kunnen opnemen, schuift u het nokje weer dicht
om de opening af te dekken.
• Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings "C11" en
"Protected" en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna
het nokje aan de zijkant van de MD om de opening
af te dekken.
4
-gebied, onafhankelijk van
Nokje
Verschuif het nokje
NL
11