6
reiniging & onderhoud
Als u de vaatwasmachine regelmatig reinigt, verlengt u de levensduur van de machine.
Controleer voordat u de vaatwasmachine gaat reiningen of de machine uit staat. Verwijder de stekker uit het stopcontact en draai
de waterkraan dicht.
Reinig de buitenkant van de vaatwasmachine met een vochtige doek. Om nare luchtjes van etensresten te voorkomen, reinig de
deurrubbers regelmatig met een vochtige doek of spons.
Om te voorkomen dat de machine stuk gaat of verstopt raakt, adviseren wij u de machine regelmatig te reinigen met een speciaal
schoonmaakmiddel. Kies een programma met een hoge temperatuur en zorg dat er geen vaatwerk in de machine zit. Er zijn
speciale schoonmaakmiddelen te koop voor de vaatwasmachine. Volg de aanwijzingen op de verpakking.
Reinig de filters en de sproeiarmen een keer per week.
HET SCHOONMAKEN VAN DE FILTERS
Controleer een keer per week of er voedselresten zijn achtergebleven op de filters. Verwijder de filters en reinig ze grondig onder
de warme kraan.
Het filtersysteem bestaat uit drie filters: het microfilter (2a), het hoofdfilter (2b) en de zeef (3c).
1. Om de filters te verwijderen, draait u het hoofdfilter (2b) tegen de klok in en trekt u het geheel omhoog. Het microfilter
(2a) zit vast aan het hoofdfilter.
2. Trek het hoofdfilter los van het microfilter en reinig beide onderdelen goed met warm stromend water en een
afwasborstel.
3. Neem de zeef uit de vaatwasmachine en reinig deze onder warm stromend water. Plaats daarna de zeef terug in de
vaatwasmachine.
4. Plaats het hoofdfilter in het microfilter met de merktekens tegenover elkaar. Bevestig het geheel in de zeef en draai het
vast met de klok mee.
• Gebruik de vaatwasmachine niet als de filters niet geplaatst zijn.
• Als een van de filters niet goed geplaatst is, heeft dit een slecht wasresultaat als gevolg.
• Zorg ervoor dat alle filters schoon zijn. Dit is belangrijk voor een goede werking van de vaatwasmachine.
HET SCHOONMAKEN VAN DE SPROEIARMEN
Controleer regelmatig of de openingen van de bovenste en onderste sproeiarmen niet verstopt zijn. Door vuil kunnen op den duur
de sproeiopeningen verstopt raken. Maak de sproeiarmen los als ze verstopt zijn en reinig ze met warm water.
• Draai de sluitring van de bovenste sproeiarm los om deze te kunnen verwijderen.
Verwijder de sproeiarm.
• Verwijder de onderste sproeiarm door deze recht naar boven te trekken.
• Reinig de sproeiarmen met warm water.
• Zorg bij het terugplaatsen van de sproeiarmen dat de sluitring van de
bovenste sproeiarm goed vast gedraaid is.
16
•
Nederlands