Alle 500 bedrijfsuren, minstens jaarlijks
Laat het onderhoud van het apparaat
uitvoeren door de klantenservice.
Olie van de hogedrukpomp vervangen.
Onderhoudswerkzaamheden
Filter aan de wateraansluiting reinigen
Filterhuis openschroeven, filter verwij-
deren, reinigen en opnieuw plaatsen.
Filter aan de reinigingsmiddel-zuigslang
reinigen
Reinigingsmiddel-zuigslang uittrekken.
Filter in water reinigen en opnieuw
plaatsen.
Olie vervangen
Oliesoort en vulhoeveelheid zie „Tech-
nische gegevens".
Olieaflaatschroef uitdraaien.
Olie in opvangbak aflaten.
Olieaftapschroef inschroeven.
Nieuwe olie langzaam tot de „MAX"
markering aan het oliereservoir vullen.
Instructie:
Luchtbellen moeten kunnen ontsnappen.
Oude olie op milieuvriendelijke wijze ver-
wijderen of bij een geautoriseerde instantie
indienen.
Onderhoudsschema
Slijtageonderdelen
Hogedruk-/lagedrukafdich-
tingen
Zuig-/drukkleppen
O-ringen/steunringen van
het overstroomventiel
Kogellager van de pom-
paandrijving
Oliedrukringen, asafdichting 2000 h
Bedrijfsuren
1000 h
1000 h
1000 h
2000 h
– 8
NL
Hulp bij storingen
Kleinere storingen kunt u zelf oplossen met
behulp van het volgende overzicht.
Bij twijfel neemt u contact op met de be-
voegde klantenservice.
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
Schakel het apparaat voor alle service-
werkzaamheden uit en trek de stekker uit.
WAARSCHUWING
Reparatiewerkzaamheden en werkzaam-
heden aan elektrische onderdelen mogen
enkel door de geautoriseerde klantenser-
vice in niet-explosieve zones uitgevoerd
worden.
Apparaat draait niet
– Geen netspanning
Stekker en stopcontact controleren.
Controleren of de aangegeven span-
ning op het typeplaatje overeenkomt
met de spanning van de stroombron.
Netaansluitkabel op beschadiging con-
troleren.
– Motor oververhit
Apparaat uitschakelen en laten afkoe-
len. Oorzaak van de storing oplossen.
Apparaat opnieuw inschakelen.
Apparaat bouwt geen druk meer op
– Verkeerde sproeier
Sproeier controleren op juist formaat
(zie „Technische gegevens").
– Lucht in het systeem
Pomp ontluchten:
Sproeier losschroeven. Apparaat in-
schakelen en laten draaien tot het water
zonder luchtbellen uit het spuitstuk
komt. Apparaat uitschakelen en sproei-
er opnieuw vastschroeven.
– Sproeier verstopt/geërodeerd
Sproeier reinigen/vervangen.
– Filter aan de wateraansluiting vervuild.
Filter aan de wateraansluiting reinigen.
– Watertoevoerhoeveelheid te laag
Watertoevoerhoeveelheid controleren
(zie Technische gegevens).
57