100
• In principe moeten alle te bewerken stukken steeds vrij
van vreemde voorwerpen zoals bijvoorbeeld nagels of
schroeven zijn.
• Voor de inbedrijfstelling moet de machine aan een af-
zuiginstallatie met een flexibele, moeilijk ontvlambare
afzuigleiding aangesloten worden. De afzuiging moet
automatisch aanspreken als de machine aangezet word.
• Bij gebruik in gesloten ruimten moet de machine op een
afzuiginstallatie aangesloten worden. Voor het afzuigen
van houtspaanders of zaagsel de afzuiginstallatie of ge-
bruiken. De stromingssnelheid op het afzuigtussenstuk
moet 20 m/s bedragen. Onderdruk 1200 Pa.
• De inschakelmechanisme is als speciaal toebehoren
verkrijgbaar.
Type ALV 2 art. nr. 7910 4010 230 V / 50 Hz
• Tijdens het inschakelen van de machine start de af-
zuiginstallatie automatisch na 2-3 seconden startver-
traging. Een overbelasting van de huiszekering wordt
daardoor voorkomen.
• Na het uitschakelen van de machine loopt de afzuiging
nog 3-4 seconden na en schakelt dan automatisch uit.
Het resterende stof wordt daarbij, zoals in het besluit
op gevaarlijke stoffen bepaald, afgezogen. Dit spaart
stroom en verminderd het lawaai. De afzuig installatie
loopt alleen als de machine gebruikt wordt.
• Voor werkzaamheden bij commercieel gebruik moet
voor het afzuigen de stofvanger rg 4000 gebruikt wor-
den. Afzuiginstallaties of stofvangers met lopende ma-
chine niet uitschakelen of verwijderen.
• De tafelcirkelzaagmachine is uitsluitend voor het be-
werken van hout en houtverwante grondstoffen gecon-
strueerd. Er mogen alleen originele werktuigen en ac-
cessoires worden toegepast. Naargelang de zaag- en
houtsoort (massief hout, triplex of spaanplaat) het ver-
eiste zaagblad volgens de norm EN 847-1 monteren.
Let op de speciale toebehoren voor gereedschap aan het
einde van deze bedieningshandleiding.
• De machine uitsluitend in technisch correcte toestand
alsmede volgens de bestemming, bewust van de vei-
ligheidsaspecten en gevaren gebruiken met inachtne-
ming van de gebruiksaanwijzing! Vooral storingen, die
de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden, dient men
onverwijld te (laten) verhelpen!
• De betreffende voorschriften ter voorkoming van onge-
lukken en de overige algemeen erkende veiligheidstech-
nische regels moeten in acht genomen worden.
• De machine mag alleen door personen gebruikt, onder-
houden of gerepareerd worden, die er vertrouwd mee
zijn en die over de gevaren ervan zijn geïnformeerd.
Eigenhandige veranderingen aan de machine sluiten
de aansprakelijkheid van de fabrikant voor de daaruit
resulterende schaden uit.
• De -machine mag alleen met origineel toebehoor, ori-
gineel gereedschap van de fabrikant gebruikt worden.
• Elk ander gebruik geldt als niet voorgeschreven gebruik.
Voor de daaruit resulterende schaden stelt de fabrikant
zich niet aansprakelijk. Het risico hiervan draagt de ge-
bruiker zelf.