Opvangreservoir voor minstens 6 liter
olie klaarzetten.
Olieaftapschroef uitschroeven.
Olievuldeksel afschroeven.
Olie aftappen.
Oliefilter afschroeven.
Bevestigingspunt en afdichtvlakken rei-
nigen.
Afdichting van het nieuwe oliefilter voor
het inbouwen met olie insmeren.
Nieuw oliefilter aanbrengen en hand-
vast aandraaien (aanhaalmoment 45 -
53 Nm).
Olieaftapbout met een nieuwe afdich-
ting erin schroeven (aanhaalmoment
33 - 37 Nm).
Motorolie erin doen.
Oliesoort en vulhoeveelheid zie Techni-
sche gegevens.
Olievulopening afsluiten.
Motor ca. 30 seconden laten lopen.
Motoroliepeil controleren.
Oliepeil hydraulisch systeem controle-
ren en hydraulische olie bijvullen
Om de 100 bedrijfsuren
Belangrijk
Om bedrijfsstoringen te vermijden is uiter-
ste reinheid bij alle controle- en onder-
houdswerken belangrijk.
Het oliepeil wordt gecontroleerd via het
kijkglas, het peil moet tenminste in het mid-
den van het kijkglas liggen.
1 Hydraulische-olietank
2 Filterbehuizing met vulopening
3 Kijkglas voor oliepeil en olietempera-
tuur
4 Oliepeil MIN
5 Vloeistof voor hydraulisch systeem
6 Oliepeil MAX
Indien nodig, olie voor het hydraulisch
systeem via de filterbehuizing bijvullen.
Deksel en omgeving reinigen.
Schroefsluiting van de filterbehuizing
openen.
Hydraulische olie bijvullen.
Belangrijk: fijnmazig zeef bij het vullen
gebruiken, omdat ook fijnkorrelig vuil de
pompen van het hydraulisch systeem
kan beschadigen.
Oliesoort zie het hoofdstuk Technische
gegevens.
Oliefilter van hydraulisch systeem in de
olietank van hydraulisch systeem ver-
vangen
Om de 300 bedrijfsuren
Al de fijnste verontreinigingen in het hy-
draulisch systeem kunnen tot ernstige sto-
ringen leiden, daarom is de installatie met
een oliefilter voor het hydraulisch systeem
uitgerust.
Instructie: Bij het vervangen van het oliefil-
ter voor het hydraulisch systeem ook het
ventilatiefilter vervangen.
Vervanging alleen door de bevoegde klan-
tendienst.
Olie van het hydraulisch systeem ver-
vangen
Om de 600 bedrijfsuren
Vervanging alleen door de bevoegde klan-
tendienst.
Hydraulisch systeem controleren
Alle slangen van het hydraulische sy-
steem en aansluitingen op lekkage con-
troleren.
Onderhoud van het hydraulisch systeem
alleen door de bevoegde klantendienst.
Koelwaterpeil controleren.
Koelvloeistofpeil dagelijks controleren.
Om de 600 bedrijfsuren: koelvloeistof
vervangen.
Het koelwaterpeil moet gecontroleerd
–
worden bij een koude motor.
Het koelwaterpeil moet bij de onderste
–
markering staan.
1 Koelwaterexpansievat
Motorbekleding rechts wegnemen.
Koelwater navullen
Om na te vullen, moet een mengsel van
–
water en antivriesmiddel gebruikt wor-
den.
Geen verschillende antivriesmiddelen
–
mengen.
Enkel onthard water voor het mengsel
–
gebruiken.
Koelwater enkel navullen bij een koude
–
motor.
Motorbekleding rechts wegnemen.
Indien het koelwaterexpansievat helemaal
leeg is, moet eerst de koeler nagevuld wor-
den:
Koelerdeksel afschroeven.
Koeler langzaam helemaal tot boven
zonder luchtbellen vullen.
Koelerdeksel opschroeven.
Koelwaterexpansievat navullen:
Deksel van het expansievat nemen.
Expansievat tot de onderste streep vul-
len.
11
-
NL
Deksel van het expansievat sluiten.
Motor starten en laten warmdraaien.
Vulpeil controleren in het koelwaterex-
pansievat.
Bij een warme motor moet het koelwa-
terpeil bij de bovenste streep staan.
Bij een te laag koelwaterpeil de motor
uitzetten, laten afkoelen en ontbreken-
de koelvloeistof in het expansievat gie-
ten.
Brandstoffilter vervangen
Om de 600 bedrijfsuren
Gevaar
Explosiegevaar!
Onderhoud niet in gesloten ruimtes
–
doen.
Roken en open vuur is verboden.
–
1 Brandstoffilter
Opvangbak onder de brandstoffilter
houden.
Brandstoffilter eruit draaien.
Afdichtring van het nieuwe filter met
dieselbrandstof natmaken en het filter
met de hand aandraaien.
Brandstofsysteem ontluchten.
Brandstofsysteem ontluchten
Wanneer de tank leeg is of wanneer het
brandstoffilter vervangen is, moet het
brandstofsysteem ontlucht worden.
1 Ontluchtingsschroef
Controleren of het brandstofreservoir
gevuld is.
De ontluchtingsschroef op de brand-
stofinspuitpomp openen.
De startmotor ca. 10 secondes laten lo-
pen.
Ontluchtingsschroef sluiten en de mo-
tor starten.
Wanneer de motor niet start, het ont-
luchtingsproces herhalen.
73