Procedure
1) Verwijder de bovenkap.
2) Verwijder het vliegwieldeksel door de
schroeven uit te draaien.
3) Bereid de motor voor op het starten. Zie het
hoofdstuk MOTOR STARTEN voor de te
volgen procedure. Zorg dat de motor in
neutraal staat en dat het snoer bevestigd is
aan de motorstopschakelaar. De hoofdscha-
kelaar moet aan staan.
OPMERKING:
8
In dit geval zal de chokeschakelaar niet wer-
ken. Trek de chokeknop uit wanneer de
motor koud is.
8
Zonder de hoofdschakelaar op AAN te zet-
ten, kan de motor onmogelijk worden gestart.
4) Om de motor met het noodstartsnoer te
starten, moet u het geknoopte uiteinde van
het snoer in de inkeping van de vliegwiel-
rotor steken en het snoer meerdere slagen
rechtsom op het vliegwiel draaien. Geef
dan een korte krachtige ruk aan het snoer
om de motor te starten. Herhaal deze han-
deling indien nodig.
X/
Breng de bovenkap niet opnieuw aan terwijl
de motor draait.
NL
Procedura
1) Rimuovere la cappottatura superiore.
2) Rimuovere il coperchio del volano toglien-
do i bulloni.
3) Preparare il motore per l'avviamento.
Vedere la procedura al capitolo AVVIA-
MENTO DEL MOTORE. Accertarsi che il
motore sia in folle e che il tirante sia colle-
gato all'interruttore di arresto motore.
L'interruttore generale deve essere acceso.
NOTA:
8 In questo caso, l'interruttore della valvola
dell'aria non funziona. Tirare verso l'esterno
il pomello della valvola dell'aria quando il
motore è freddo.
8 Se non si accende l'interruttore generale è
impossibile avviare il motore.
4) Per avviare il motore con il tirante di avvia-
mento di emergenza, inserire l'estremità
annodata del tirante nella tacca che si trova
nel rotore del volano e avvolgere il tirante
in senso orario compiendo diversi giri. Tira-
re quindi con decisione verso l'esterno per
avviare il motore. Ripetere se necessario.
g
Non installare la cappottatura superiore quan-
do il motore è in moto.
5-7
I