DMU00934
Motorstop-snoerschakelaar
De vergrendelplaat 1op het uiteinde van de
snoerschakelaar 2 moet aan de motorstop-
schakelaar worden bevestigd vooraleer de
motor wil draaien. Het snoer moet op een veili-
ge plaats aan de kleding, een arm of een been
van de bediener worden aangebracht. Mocht de
bediener overboord vallen of zich verwijderen
van de stuurboom, zal het snoer de vergrendel-
plaat uittrekken, waardoor de ontsteking naar
de motor wordt onderbroken. Dit voorkomt dat
de boot ongecontroleerd wegvaart met geopen-
de gasklep.
X/
8
Bevestig de motorstop-snoerschakelaar op
een veilige plaats aan uw kleding, uw arm
of been terwijl de motor draait.
8
Bevestig het snoer niet aan kleding die kan
losscheuren. Breng het snoer niet zodanig
aan dat het verward kan raken, want dan
kan het zijn werking verliezen.
8
Voorkom ongewild trekken aan het snoer
tijdens normaal motorbedrijf. Een motor-
vermogensverlies betekent ook een ver-
minderde bestuurbaarheid. Zonder motor-
vermogen kan de boot ook snel vertragen.
Als ze dit niet verwachten kunnen mensen
en voorwerpen in de boot naar voor wor-
den geworpen.
OPMERKING:
De motor kan niet worden gestart met verwij-
derde vergrendelplaat.
NL
HMU00934
Tirante per arresto motore
La piastrina di bloccaggio 1 che si trova a
un'estremità del tirante deve essere fissata
all'interruttore di arresto motore perché il
motore possa funzionare. Il tirante 2 deve
essere fissato saldamente agli indumenti
dell'operatore, oppure a un braccio o a una
gamba. Nel caso in cui l'operatore cada in
mare oppure abbandoni il timone, il tirante
stacca la piastrina di bloccaggio e il motore si
spegne. In questo modo si evita che la barca si
allontani con il motore in moto.
g
8 Fissare saldamente il tirante per arresto
motore su un indumento, a un braccio o a
una gamba durante la marcia.
8 Non fissare il tirante su indumenti che possa-
no strapparsi e non disporre lo stesso in
maniera tale da far sì che possa impigliarsi
impedendone così il funzionamento.
8 Evitare di tirare accidentalmente il tirante
durante il normale funzionamento. La perdi-
ta di potenza del motore implica una perdita
di controllo della direzione. Inoltre, in presen-
za di un calo di potenza del motore, la barca
può rallentare repentinamente facendo sob-
balzare in avanti le persone e gli oggetti che
si trovano sulla stessa.
NOTA:
Non è possibile avviare il motore se la piastrina
di bloccaggio non è inserita.
2-9
I