• SMALL
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar
wens, dan kiest u de stand "SMALL" om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van het middenkanaal worden
overgeheveld naar de voorluidsprekers (als die op
"LARGE" zijn ingesteld) of naar de aparte
lagetonen-luidspreker.
• NO
Als u geen middenluidspreker aansluit, kiest u voor
"NO". Al het geluid van het middenkanaal wordt dan
weergegeven door de voorluidsprekers.
(SURROUND)
x
SL
SR
(Achterluidsprekers)
• LARGE
Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten die alle
lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan
kiest u de stand "LARGE". Gewoonlijk zal de stand
"LARGE" het best voldoen. Als de voorluidsprekers
echter zijn ingesteld op "SMALL", kunt u de
achterluidsprekers niet instellen op "LARGE".
• SMALL
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar
wens, dan kiest u de stand "SMALL" om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de achterkanalen worden
overgeheveld naar de aparte lagetonen-luidspreker of
naar andere "LARGE" luidsprekers.
• NO
Als u geen lagetonen-luidspreker aansluit, kiest u
voor "NO".
Als er voor de achterluidsprekers "NO" is gekozen,
wordt er voor de middenachterluidspreker
automatisch ook "NO" ingesteld.
(SURR BACK)
x
SB
(Middenachterluidspreker)
• YES
Als u wel een middenachterluidspreker hebt
aangesloten, kiest u voor "YES".
• NO
Als u geen middenachterluidspreker hebt
aangesloten, kiest u voor "NO".
Tip
Uw keuze van het "LARGE" of "SMALL"
luidsprekerformaat bepaalt voor elk stel luidsprekers
of de ingebouwde akoestiekprocessor de laagste
frequenties al dan niet naar de betreffende
luidspreker(s) zal uitsturen. Als de lage tonen uit een
bepaald kanaal worden verwijderd, zullen de
basverdelingscircuits die frequenties overbrengen naar
de speciale lagetonen-luidspreker of naar een ander stel
"LARGE" luidsprekers die er beter op zijn berekend.
Meestal is het beter de bassen van de verschillende
kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt u
zelfs met een stel kleine luidsprekers toch beter de
stand "LARGE" kiezen als u de lage tonen ook door die
luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u
grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de
laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers
best "SMALL" kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst,
kiest u dan voor alle luidsprekers de stand "LARGE".
Als er te weinig bassen klinken, kunt u die extra
versterken met de grafiek-toonregeling. Voor
bijregelen van de basweergave, zie pagina 29.
DIST. XX m
x
L
R
(Voorluidsprekerafstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 m
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
voorluidsprekers (A op pagina 9). Deze kunt u
instellen van 1,0 m tot 7,0 m in stapjes van 0,1 meter.
Als de beide voorluidsprekers niet op gelijke afstand
van uw luisterplaats staan, kiest u dan de afstand tot de
dichtstbijzijnde luidspreker.
DIST. XX m
x
C
(Middenluidsprekerafstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 m
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenluidspreker. Deze kunt u instellen van 1,0 m tot
7,0 m in stapjes van 0,1 meter.
DIST. XX m
x
SL
SR
(Achterluidsprekerafstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 m
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
achterluidsprekers. Deze kunt u instellen van 1,0 m tot
7,0 m in stapjes van 0,1 meter.
Als de beide achterluidsprekers niet op gelijke afstand
van uw luisterplaats staan, kiest u dan de afstand tot de
dichtstbijzijnde luidspreker.
DIST. XX m
x
SB
(Middenachterluidsprekerafstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 m
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenachterluidspreker. Deze kunt u instellen van 1,0
m tot 7,0 m in stapjes van 0,1 meter.
PL.
x
SL
SR
(Opstelling achterluidsprekers)
Hiermee kunt u de juiste hoogte van uw
achterluidsprekers kiezen voor de beste klank van de
*
wordt vervolgd
15
NL