nl
Effectieve inhoud
Informatie over de effectieve inhoud van uw apparaat
vindt u op de typeplaat.
Vriesvolume volledig gebruiken
Om de maximale hoeveelheid diepvriesproducten
onder te kunnen brengen, kunt u alle
indelingsonderdelen uitnemen. De levensmiddelen kunt
u dan direct in de vakjes en op de bodem van de
vriesruimte leggen.
Het uitnemen en plaatsen van de indelingsonderdelen
is omschreven in het hoofdstuk Uitrusting van het
apparaat.
De koelruimte
De koelruimte is de ideale bewaarlocatie voor bereide
gerechten, gebak, conserven, melk en harde
kaassoorten.
Opletten bij het plaatsen
Bewaar verse en ongeschonden levensmiddelen. Zo
■
blijven de kwaliteit en versheid langer bewaard.
Bij bereide en gebottelde producten de door de
■
producent aangegeven minimale houdbaarheids- of
gebruiksdatum aanhouden.
Om aroma, kleur en versheid te behouden de
■
levensmiddelen goed verpakken of afdekken.
Overdracht van smaak en verkleuringen van
kunststof delen in de koelruimte worden hierdoor
voorkomen.
Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen
■
en dan pas in het apparaat plaatsen.
Aanwijzing
Voorkom contact tussen levensmiddelen en de
achterwand. Anders wordt de luchtcirculatie beïnvloed.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen aan de
achterwand vastvriezen.
Houd rekening met de koudezones in de
koelruimte
Door de luchtcirculatie in de koelruimte ontstaan zones
van een verschillende koudegraad:
De koudste zone bij de achterwand.
■
De warmste zone bij de deur, helemaal bovenin.
■
Aanwijzing
Bewaar in de warmste zone bijv. kaas en boter. Het
aroma van de kaas kan zo verder worden ontwikkeld
en de boter blijft smeerbaar.
124
Het verskoelvak
In het verskoelvak kunnen levensmiddelen tot drie maal
langer vers gehouden worden dan in de normale
koelzone – voor nog langere versheid, behoud van
voedingsstoffen en smaak.
De temperatuur kan individueel aan de geplaatste
levensmiddelen worden aangepast. De optimale
temperatuur en luchtvochtigheid garanderen de ideale
bewaarcondities voor verse levensmiddelen.
Temperatuur instellen
Met de selectietoets de levensmiddelen selecteren die
zich in het verskoelvak bevinden.
De oplichtende LED geeft de selectie aan.
Niet geschikt voor verskoelen zijn:
Fruit dat gevoelig is voor kou (bijv. ananas, bananen,
■
papaja en citrusvruchten) en groenten (bijv.
aubergines, komkommers, courgettes, paprika,
tomaten en aardappelen) moeten voor een optimaal
behoud van de kwaliteit en het aroma buiten de
koelkast worden bewaard bij temperaturen van
ca. + 8 °C tot +12 °C.
Geschikt voor verskoelen zijn:
Vis, zeevruchten, vlees, worst, melkproducten,
■
bereide gerechten
Groenten (bijv. wortels, asperges, selderij, prei, rode
■
bieten, champignons, koolsoorten zoals broccoli,
bloemkool, spruitjes, koolrabi)
Salade (bijv. veldsalade, ijsbergsalade, witlof)
■
Kruiden (bijv. dille, peterselie, bieslook, basilicum)
■
Fruit (niet voor koude gevoelige soorten, zoals
■
appels, perziken, bessen en druiven).