•
Opmerking: de opzetkam moet op het apparaat zijn bevestigd om de haarlengte te
kunnen selecteren.
OM BAARDEN EN SNORREN TE TRIMMEN OF UIT TE DUNNEN
1. Bevestig de verstelbare kam.
2. Stel de opzetkam in op de gewenste lengte met behulp van het zoomwieltje. De
instelling verschijnt op de indicator voor de lengte-instelling. Wanneer u het apparaat
voor het eerst gebruikt, begin dan op de maximale lengte-instelling.
3. Zet het apparaat aan.
4. Plaats de vlakke bovenkant van de opzetkam tegen de huid.
5. Verplaats de opzetkam langzaam door het haar. Herhaal dit, indien nodig, vanuit
verschillende richtingen.
6. Wanneer zich tijdens het trimmen haar ophoopt in de opzetkam, schakelt u het
apparaat uit, haalt u de opzetkam eraf en verwijdert u het haar met een borstel.
Let op: Gebruik de baardtrimmer zonder de instelbare kam om haar dicht bij de huid te
trimmen. Dit trimt het haar op 1 mm, als u de messen haaks op de huid houdt wordt het
haar op 0,4 mm geknipt.
Kamstand
0.4
1
1.5
2
2.5
3
3.5
4
4.5
5
6
8
10
12
14
16
18
NEDERLANDS
Haarlengte
0.4 mm
1 mm
1.5 mm
2 mm
2.5 mm
3 mm
3.5 mm
4 mm
4.5 mm
5 mm
6 mm
8 mm
10 mm
12 mm
14 mm
16 mm
18 mm
GB
DE
NL
FR
ES
IT
DK
SE
NO
FI
PT
SK
CZ
PL
HU
RU
TR
RO
GR
SI
HR
UA
BG
AE
15