nl
Bedieningselementen
Afb. "
1
Toets Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit
te schakelen.
2
Temperatuurindicatie
Geeft de ingestelde temperatuur
van de diepvriesruimte aan.
3
Indicatie supervriezen
Brandt alleen als het
supervriessysteem is
ingeschakeld.
4
Temperatuurinsteltoets
Met deze toets wordt de
gewenste temperatuur ingesteld.
Apparaat inschakelen
Afb. "
Het apparaat met de toets Aan/Uit
inschakelen 1.
Het alarmsignaal is te horen. De
temperatuurindicatie 2 knippert.
Druk op de temperatuurinsteltoets 4. Het
alarmsignaal gaat uit.
Zodra de vriesruimte de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, gaat
temperatuurindicatie 2 branden.
Wij adviseren een instelling van -18 °C
voor de diepvriesruimte.
86
Aanwijzingen bij het gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
■
uren duren voordat de ingestelde
temperatuur is bereikt. Vóór die tijd
geen levensmiddelen in het apparaat
leggen.
Door het volledig automatische
■
NoFrost systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is niet nodig.
De voorzijde van het apparaat achter
■
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van
de deurafdichting wordt voorkomen.
Wanneer de deur van
■
de diepvriesruimte na het sluiten niet
direct weer geopend kan worden,
dient u even te wachten tot
de onderdruk is verdwenen.
Instellen van
de temperatuur
Afb. "
Diepvriesruimte
De temperatuur is instelbaar
van -16 °C tot -26 °C.
Temperatuur-insteltoets 4 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de diepvriesruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen. De ingestelde
temperatuur wordt aangegeven op de
temperatuurindicatie 2.